- PAUL CORVERS – een gecomponeerde stilte
door Hans November
Breda, 20 juli 2020
   
- Verwantschap
1.  Over het werk (boek)
2.  Inleiding (boek) door Toine Moerbeek
3.  Zielsverwanten krijgen stijlvolle expositie, Brabants Dagblad
   
- Landschappelijke Omzwervingen
Texelse Courant, dinsdag 8 september 2015
   
- Kunst van de dag
14 juni 2015 bij galeries.nl
   
- Eenvoud in zessen
Leeuwarder Courant, 06 februari 2015, pag. 12
Tentoonstelling Zuidenwind Drachten – E.M. Galerie Heideanjer 8b,
vr en za 13-17 u, t/m 28 februari
www.emgalerie.nl
   
- Schilderijen waarin het kenbare verdwijnt of verschijnt
Friesch Dagblad, woensdag 27 februari 2013
   
- Omzwervingen in E.M. Galerie
Leeuwarder Courant, 23 februari 2013
Drachten – E.M. Galerie
Heideanjer 8b, tot en met 16 maart,
Yves Beaumont, Paul Corvers en René Korten
vrijdag en zaterdag 13-18 uur
   
- Mixed Greys
Structure and Imagery, 19 oktober 2011
Ga naar Blog
   
- Ongedwongen verkenning
Leeuwarder Courant, 1 juli 2011
Drachten – E.M. Galerie
Heideanjer 8b, tot en met 16 juli,
vrijdag en zaterdag 13-17 uur
   
- Interview Studio Critical, 19 april 2011
   
- Intuïtieve selectie
Leeuwarder Courant, 15 oktober 2010
Drachten – EM Galerie
   
- Kunstenaars uit Den Bosch in E.M. Galerie
Leeuwarder Courant, 29 mei 2009
   
- Minimale verbeeldingen van het landschap
De Gelderlander, donderdag 25 september 2008
   
- De verbeelding van het wezenlijke
Openingstekst expositie Koningskerkje Vierlingsbeek door Wil Friesen 28 september 2008
   
- Leeuwarder Courant
door Andre Heikes, mei 2008

 

PAUL CORVERS – een gecomponeerde stilte

Paul Corvers `s-Hertogenbosch, 1953) doorliep begin jaren tachtig de Academie voor Beeldende Kunsten St. Joost te Breda. Hij startte zijn opleiding in 1977, het jaar waarin de Neue Wilden, een neo-expressionistische stroming in Duitsland zijn oorsprong vond. Corvers ziet zichzelf als een schilder waardoor zijn initiële fascinatie voor deze stroming en voor het Amerikaanse abstracte expressionisme, niet vreemd is. De echo van het modernisme van Piet Mondriaan klonk in de loop der jaren echter steeds luider. Het grote verfgebaar en de complexe, pasteuze kleuraanbreng verstilden. De horizon en bij uitbreiding het landschap boden de toeschouwer vele jaren een houvast bij het bekijken van zijn abstracte composities.
In zijn recentere werk componeert Paul Corvers schilderijen. Vele kleurvlakken groot en klein worden afgewisseld met een frivole wollige verftoets. Op het eerste zicht geschilderd in een hermetische en moeilijk toegankelijke schilderstaal die een duidelijk en goed overwogen plan suggereert. Het landschap vormt het uitgangspunt, lees ik hier en daar.  Vaak is er inderdaad een horizon te bespeuren in de werken van Paul Corvers maar ik vraag me af of er niet meer aan de hand is. Kijkend naar de werken moet ik vooral denken aan de twee uitgangspunten van de bekende Amerikaanse avant-garde componist John Cage (Los Angeles 1912-1992 New York): kans en onbepaaldheid (‘chance and indeterminacy’). Geïnspireerd door het zenboeddhisme begon Cage muziek te componeren waarbij het gaat om de pure ervaring van klank als klank, zonder verdere emotionele expressie of coherente structuur.
De figuratieve handvatten worden in de recente werken van Paul Corvers steeds meer losgelaten om tot pure, abstracte composities te komen, opgebouwd uit duidelijke kleurvlakken bepaald door kans en onbepaaldheid. Piet Mondriaan stelde destijds zijn composities intuïtief maar harmonieus samen. Ook dit herkennen wij in het werk van Corvers. Waar de Neue Wilden zich aan ons presenteerden als uiterst expressieve schilders wars van dogma’s en werkend in een totale vrijheid, bereikt Corvers dit stadium met compleet ander werk. Het avontuur van het schilderen bevindt zich in het minimale. De kleurvlakken die op het doek verschijnen, verwijzen op deze manier enkel naar zichzelf. Ze zijn volledig in rust en compleet in vrede ten opzichte van elkaar. Het resulteert in werken die een welkome stilte vertegenwoordigen. De kleine formaten van de meeste werken ontwarren een ongekende grootsheid. Het sluit aan bij wat John Cage ooit zei: 'Er bestaat niet zoiets als een lege ruimte of een lege tijd. Er is altijd iets te zien, iets te horen. Sterker nog, als we proberen een stilte te maken, kunnen we dat niet.' Het werken in grote vrijheid resulteert ook bij Paul Corvers in een leegte rijk aan beelden en geluiden. Een gecomponeerde stilte.
Hans November
Breda, 20 juli 2020

 

Verwantschap
Over het werk (boek)

Voor Paul Corvers (Den Bosch 1953) is het landschap, en vooral zijn persoonlijke beleving daarvan, uitgangspunt voor een mentale zoektocht die zich vertaalt in verf op doek. Soms laat het landschappelijke zich nog duidelijk herkennen, in andere werken lijken de eisen die de schilderkundige middelen stellen de artistieke keuzes te dicteren. Dit resulteert in spannende composities, waarin subtiele kleurkeuzes en de verhouding van de kleurvlakken ten opzichte van elkaar het landschappelijke slechts suggereren. Hoewel de verf dan weer pasteus, dan weer glad wordt aangebracht, is telkens sprake van delicate gelaagdheden. Terwijl de formaten meestal bescheiden zijn, zijn de schilderijen van Corvers monumentale en tegelijkertijd minimalistische juweeltjes van verf, kleur en verhouding.
Ingrid Luycks, kunsthistoricus

Inleiding (boek) door Toine Moerbeek
Paul Corvers (1953), valt in het gezelschap van Verwantschap op door een duidelijk afwijkende, enigszins formele benadering. In zijn werkwijze zoekt hij naar de kern van zijn onderwerp: het landschap. Zijn indruk van Portugal bijvoorbeeld bracht hij in het kleine schilderijtje Céu Azul (13x18 cm) terug tot een groot wit vlak dat zich spanningsvol verhoudt tot een blauwe balk aan de bovenzijde en een grijze aanzet onderaan. ‘Bijna alle huizen hebben daar blauwe randen aan de onder- en bovenzijde. Dat moet toch iets met die bijna constant blauwe hemel daar te maken hebben’, verzuchtte hij. Het is een opvallend klein werk qua afmetingen, monumentaal van aanpak en minimalistisch van uitvoering. Het formaat is voor hem tegenwoordig duidelijk minder van belang; wat vroeger om een groot formaat vroeg, wordt nu in het klein verstaanbaarder, ontdekte hij. Het gaat hem om de spanning, hoe bijvoorbeeld een hard blauwe lucht trekt aan een uiterst wit wolkje en omgekeerd; het blauw mag de donkerte van zwart krijgen, maar moet wel blauw blijven, of beter: blauw worden. Blauw, de betekenisvolle kleur. Sinds enige tijd is hij erg geïnspireerd door het blauwe uur, die blaue Stunde in het Duits of l’heure blue in het Frans. Het magische moment tussen schemer en duister. Hiertoe aangezet door deelname aan de tentoonstelling Blaue Stunde bij de Luycks Gallery in Tilburg. Dit thema sloot aan bij zijn ontwikkeling en de beleving van het landschap; werkend aan dit thema opende zich nieuwe wegen voor hem. Enkele werken die onder deze invloed zijn ontstaan zijn ook te zien tijdens deze expositie. Het Franse l’heure bleue, de eigenlijke oorsprong van de naam, doelt echter ook op de tijd in Parijs vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Een tijd van betrekkelijke onschuld, het begin van het modernisme, toen Mondriaan brak met de figuratie. Mondriaans opbouw van de spanning tot het uiterste boeide Paul al tijdens zijn academietijd. Zelf zoekt hij op een andere manier naar een evenwicht en spanning. Daarin speelt de verf pasteus of juist dun aangebracht en de verfbehandeling, de toets een vitale rol. Bovendien maakt de steeds voelbare relatie met het landschap het niet voorstellingsloos of volledig abstract.
Maar met hem over Verwantschap sprekend – de tentoonstelling – noemt Paul Nico Hemelaar, Tjibbe Hooghiemstra en Sjouke Iedema, drie verrassende contrasten. Wat hem echter bindt met de meeste deelnemers is de menselijke afwezigheid in een landschappelijke atmosfeer.
Toine Moerbeek, 2015

Zielsverwanten krijgen stijlvolle expositie
BRABANTS DAGBLAD
ZATERDAG 16 JANUARI 2016

door
Mark van de Voort

Kunstenaars leiden in principe een solitairbestaan. Toch delen ze vaak een onvermoede innerlijke verwantschap. Beeldend kunstenaars Jan Moerbeek en Jan Radersma speelden al een tijd met de gedachte om werk van gelijkgestemde kunstenaars bijeen te brengen in een overzichtsexpositie. „Het idee begon heel klein, maar steeds meer kunstenaars klopten bij ons aan voor deze expositie”, zegt Moerbeek. De Willem II Fabriek en het Kruithuis in Den Bosch toonden belangstelling voor de unieke dubbelexpositie. Onder de noemer Verwantschap worden kunstenaars met een innerlijke zielsverwantschap bijeengebracht. Vanaf vandaag (opening 16.00 uur) toten met 28 februari tonen achttienkunstenaars uit Brabant en Friesland hun werk. Kunstenaars opleeftijd die een uitgekristalliseerde stijl hanteren. Radersma droeg een aantal kunstenaars aan die hij kent uit de scène rondom Museum Belvédère in Heerenveen. De expositie werd bekostigd via crowdfunding en een exclusieve serie tentoonstellingscatalogi, inclusief kunstwerk. Alle bemoeienissen leveren een topexpositie op. Het Kruithuis is piekfijn omgetoverd tot een museale ruimte. Er zijn nieuwe expositiewanden geplaatst en voor extra licht zijn vensterluiken eenmalig geopend. De samenstellers zorgden voor een strakke, ruimtelijke indeling. Veel werk is beschouwelijk van aard, met de nadruk op het landschap als zielsportret. Die zielsverwantschap is uiteindelijk bijzaak. Het zijn de eenlingen die eruit springen. Indrukwekkend zijn de grote doeken van Theo Besemer in Willem II. Een serie gehangenen en eenzame figuren rondspokend in kale landschappen. Ank van Engelen en Simone van Bakel pakken uit met een sculpturen pa-rade. Schitterende landschapskunst is er van Nico Hemelaar, Jan Radersma en Gertrude Beker. Een stijlvolle, zorgvuldig samengestelde expositie die navolging verdient.

 

 

Landschappelijke Omzwervingen
De expositiereeks Omzwervingen brengt de kunstenaars Rene Korten, Paul Corvers en Yves Beaumont naar Galerie Posthuys in De Koog. "Dit is de vierde keer dat we met elkaar exposeren" vertelt Yves Beaumont: "maar dit is wel de meest passende omgeving voor ons werk!" De werken zijn elk unieke notities van de weidsheid en portretteren de leegheid - de essentie - van het Noordelijk landschap.

Beaumont (Oostende) exposeert sinds 2011 regelmatig in Galerie Posthuys en legde het contact met Remmelt Loos van Meijel. "Prachtig als puzzelstukjes zo mooi in elkaar vallen."

Beaumonts werk valt op door de sterke donker-lichtcontrasten. Toch legt hij juist het atmosferisch perspectief vast in zijn kenmerkende groentinten.
Corvers ('s-Hertogenbosch) volgt de landschappelijke lijnen met zijn penseel: wolken, dijken en horizonten krijgen elk een passende, kleurige penseelstreek. De abstracte vertalingen van het landschap worden een kleurige choreografie.
Korten (Tilburg) toont een serie acrylschilderijen die zijn ontstaan na een bezoek aan Duitsland. Hij had landschappelijke associaties bij de verweerde huizen, veroorzaakt door de overstromingen van de plaatselijke rivieren. De door vocht verteerde wanden zijn de weerslag van ontij, maar de kunstenaar ziet de wrange schoonheid in de gelaagde kleurvlakken.
Na het inrichten en openen van de expositie in Galerie Posthuys gingen de kunstenaars struinen in het Texelse landschap. "Meesterlijk" was het oordeel. "Niet alleen is het een prachtige tentoonstelling geworden, er is veel materiaal verzameld voor nieuwe werken. Misschien dat over een tijdje, na enkele nieuwe omzwervingen, de weerslag van die bevindingen op Texel te zien zullen zijn" besluiten de zuiderlingen.
Galerie Posthuys toont t/m zondag 11 oktober o.a. de tentoonstelling Omzwervingen en is geopend van woensdag t/m zondag van 12 tot 18 uur.

 

Kunst van de dag

Binnen het Blauw ❘ 30 x 40 cm ❘ olieverf op katoen

In de schilderkunst en de fotografie is 'het blauwe uur' (l'heure bleu / the blue hour / Die Blaue Stunde) een gewild moment van de dag. Onder bepaalde atmosferische omstandigheden is het licht een uur voor zonsopkomst en een wijle na zonsondergang, extra warm en intens blauw. De contrasten tussen de voorgrond en de lucht komen dan extra helder over. Het is de tijdspanne van het verglijden van het licht, het is het uur tussen werkelijkheid en mogelijkheid. Ook in de poëzie of in liedteksten is het blauwe uur een geliefd, veelal melancholisch moment, zoals het folkpopduo Turin Brakes zingt:
'Oh let the sun be done,
Let the air wash the city clean.
Oh let the blue hour come,
For everyone,
For everyone the sun.'

In Luycks gallery en in de nabij gelegen tijdelijke nevenvestiging De NWE Vorst te Tilburg, is t/m 12 juli een expositie gewijd aan het blauwe licht in de schilderkunst. Een van de deelnemers is Paul Corvers (1953), met onder andere dit olieverf schilderij 'Binnen het blauw' dat hij speciaal voor de expositie heeft gemaakt. Voor dit werk heeft hij met name ceruleumblauw, kobaltblauw en pruissischblauw gebruikt. Het wat koelere blauw, dat naar links boven steeds helderder wordt, bevindt zich in het midden met daaromheen het kobaltblauw dat met een iets lossere toets is aangebracht. Dit heeft tot visueel effect dat het middenstuk omkaderd wordt wat nog benadrukt wordt door de strakke lijnen op het schilderij. Daardoor ontstaat de indruk van een doorkijk. De donkerblauwe vegen - pruissischblauw - rechtsonder bieden enig houvast in het kijken naar het op zichzelf abstracte schilderij, het geeft de indruk van een bosrand of begroeiing. Door op deze manier het ene blauw binnen het andere blauw aan te brengen, poogt Corvers het verloop van het blauw gedurende 'Die Blau Stunde' zoals de titel van de expositie is, aan te geven.

Duitse popband Faun:
'Zu jener Stunde,
als Sie mir erscheinen
da stand der Himmel still und blau.'

© Copyright 2015: Jaap Röell

Eenvoud in zessen
Er waait een Bossche wind in Drachten. Eens in de zoveel tijd verzorgt E.M. Galerie er een tentoonstelling met een selectie van kunstenaars uit ’s-Hertogenbosch. Ditmaal Zuidenwind, het werk van een zestal dat ondanks de sterke onderlinge verschillen een uitgebalanceerd geheel vormen.

Renske Bakker

Ze zijn in zichzelf gekeerd, deze kunstenaars. Nergens in deze tentoonstelling tref je grootse, expressieve gebaren aan. Fred Geven geeft een goed voorbeeld van een contemplatieve manier van werken die bij de anderen ook terug te vinden is. Op weloverwogen wijze maakt Geven houten tafel- en wandobjecten. Het ruwe materiaal, dat hier en daar ook glanzend gemaakt is, fascineert hem dermate dat hij er steeds nieuwe vormen in blijkt te vinden. Ze zijn gecombineerd met een diepe blauwe kleur, verf die in de uitsparingen en holtes van het materiaal ligt. ‘Ik ben de man van hout en water’, staat op zijn website, ‘geen denker, geen prater. Maar gewoon, van het bos en de zee.’ De intieme ontmoetingen die hij met de natuur heeft, keren terug in de verstilde vorm van deze bescheiden werken.

Ook het werk van Paul Corvers heeft de natuur als basis. In plaats van details uit de natuur te halen en te versterken, zoekt Corvers naar de essentie van zijn ervaringen in het landschap. Daaruit zijn eenvoudige doeken ontstaan, waarin kleurvlakken van olieverf slechts een vage associatie oproepen met de oorspronkelijke ruimte.

Roger Walschots gaat als enige van de zes wat ruwer te werk. Zijn werken zijn net als bij Geven grotendeels van hout gemaakt, maar dienen bij wijze van schilderspaneel als ondergrond voor de sporen die in het hout getrokken zijn. Krassen en snijden, het verwijderen van fineer: Walschots heeft zelfs de gasbrander ingezet en sporen gemaakt alsof houtworm door de ondergrond gekropen is. Op deze manier laat hij het materiaal voor zichzelf spreken. De prikborden en delen bureaublad die hij gebruikt lijkt te hebben, geven zo getuigenis van jarenlang gebruik.

Tegenover de ruwheid van Walschots staat de tederheid in het werk van Ies Schute. Haar werk leest als een dagboek en lijken optekeningen te zijn van haar gedachten. Ze combineert anekdotische beelden en minimale details, vaak geschilderd, met poëtische titels. Al sinds 2003 werkt Schute aan dit dagboek, maar meer recentelijk onderzoekt zij ook uiteenlopende materialen en vormen om haar gedachten en gevoelens te visualiseren. Zeer treffend is haar Oefening in langzaamheid. Met monnikenwerk en engelengeduld heeft Schute een wandobject gemaakt van opengebroken en witgeschilderde walnoten. De vluchtigheid die bij haar kleinere ‘schetswerken’ komt kijken, lijken voorbereidingen te zijn geweest op dit monument voor de bedachtzaamheid.

Her en der verspreid liggen de intrigerende objecten van Joris Link. Deze kunstenaar werkt op de rand van autonome en toegepaste kunst en maakt keramische objecten die niet alleen mooi maar tot op zekere hoogte ook functioneel blijken. Met name zijn werk I.C.E. trekt de aandacht. Als volwassen speelgoed blijkt dit unicum uit op allerlei manieren te combineren zeshoekige blokjes porselein te bestaan. De tegenstelling tussen het fijne, breekbare porselein en de krachtige, rechthoekige vorm is bijzonder. Met sterke magneten zijn de blokken aan elkaar te verbinden, waardoor al snel een stadsstructuur lijkt te zijn ontstaan. Zijn ‘blobs’ en ‘orbs’, die gezamenlijk aan de muur hangen, hebben evenzeer een bedrieglijk uitstraling. Het lijkt hier om stressballen van verschillende kleuren en afmetingen te gaan, die net nog zijn samengeknepen en nu langzaam tot hun oorspronkelijke vorm terugkeren. Ook hier gaat het om hard keramiek, al is het een poreuze variant. Nonchalante druppels porselein liggen er als vergeten tandpasta overheen. Voor de overige werken heeft hij zich laten inspireren door abstracte vormen uit de wiskunde. Hoewel er ook lampen en vazen te zien zijn, gebaseerd op hetzelfde principe van porselein en magneten, zijn de meeste vormen abstract. Met namen als Icosahedron en Octahedron zijn ze duidelijk aan de wiskunde gekoppeld. Ze vormen een geheel van glanzende objecten met gewaagde structuren. Een glimmend rood en witte diamant vormt de bekroning van zijn verzameling.

De meest minimalistische benadering is terug te vinden in het werk van W-J Kersten. Hoewel de schilder ook over complexere werken beschikt is er een keuze gemaakt van onder andere een reeks van zes bijzonder eenvoudige werken. De harmonie tussen de werken in de reeks is onmiddellijk duidelijk, maar gebaseerd op sterke onderlinge verschillen. Vijf van de doeken van bescheiden formaat zijn opgebouwd uit rechthoekige vormen of contouren, in eenvoudige kleurvlakken. Ze lijken elk een essentie van de schilderkunst te bevatten: compositie, kader, vorm en contour spelen de hoofdrol. Op de zesde is een blauw silhouet te onderscheiden, die als een individu de andere werken ook karakter geeft. Deze reeks illustreert op microniveau wat de tentoonstelling op macroniveau biedt: het werk van de zes zeer verschillende types versterkt elkaar.
Leeuwarder Courant, 6 februari 2015, pag. 12
www.emgalerie.nl

Schilderijen waarin het kenbare verdwijnt of verschijnt
In de tentoonstelling 'Omzwervingen' vormt het werk van de drie exposanten een mooi trefpunt. Toch gaat ieder geheel zijn eigen weg in het zoeken naar de essentie der dingen.

Op de begane grond van de Drachster E.M. Galerie zijn schilderijen van René Korten en Yves Beaumont. Hun benaderingswijze is totaal verschillend, maar een overeenkomst is dat zij beiden gevoel hebben voor monumentaliteit.  Dit geldt ook voor de schilderijen van Paul Corvers die gepresenteerd worden in een aparte ruimte op de bovenverdieping. Zijn heldere kleurgebruik heeft tot gevolg dat het werk zichzelf betrekt in wat zich daar beneden afspeelt, waardoor een gelijkwaardig totaalbeeld ontstaat.

Yves Beaumont en Paul Corvers gebruiken het landschap als aanknopingspunt en zoeken daarbij naar het moment dat het kenbare verdwijnt en iets anders wordt. Bij René Korten verloopt het proces juist andersom, de abstractie is zijn aanknopingspunt waarbij hij uiteindelijk uitkomt bij iets wat hij herkent. Dat kan iets landschappelijks zijn, vaak gecombineerd met tekens zoals letters of plattegronden. Dit helpt hem een associatiestroom in gang te zetten. Cultuur versus natuur, daar draait het bij René Korten (Horn, 1957) om. Althans dit komt naar voren in de uitleg over zijn werk dat in een mooi boekwerk is opgenomen naar aanleiding van zijn tentoonstelling in het De Pont Museum in Tilburg afgelopen jaar. Zijn onderwerp is natuurlijk heel ruim op te vatten maar duidelijk is dat Korten de uiterste contrasten opzoekt binnen de abstractie en vooral zijn kracht vindt in het experiment. Dat gebeurt zowel in kleur als in Narcosis, waarin hij een helder gele laag over pimpelpaars heeft geschilderd dat er nog ternauwernood tussenuit piept, als in Senknecht. In dit laatste werk worden strakke vlakken afgewisseld met organisch gegroeide verfvlekken, een strak rasterpatroon en wit afgeplakte lijnen die nodig zijn om het contrast en daarmee de spanning te verhogen.

Het werk van Paul Corvers (’s-Hertogenbosch, 1953) is aardser maar even kleurrijk. Hij haalt zijn inspiratie uit de beleving van een landschap waarbij de essentie probeert te vatten en al het overbodige weglaat. Wat opvalt bij de negentien schilderijen die op een speelse manier ten opzichte van elkaar zijn opgehangen, dat in de helft een kader is geschilderd waarbinnen zich iets afspeelt. Alsof de kijker door een raam of tunnel kijkt waardoor het geziene iets afgeslotens krijgt. Zeer primair zijn wolken, lucht en land verbeeld; zijn schilderijen bestaan vaak uit slecht enkele elementen, met een stevige verstreek neergezet.

Yves Beaumont (Oostende, 1970) schildert landschappen waarbij hij zoveel mogelijk weglaat of weer weg schildert, waardoor een mysterie wordt opgeroepen. De glans van een waterplas in donkere landen, de vlekkeloze overgang van een witte lucht in het water die bij The River enkel verbroken wordt door twee wiggen van donkere bosschages. Het kleurenscala ligt daarbij dicht bij wit of dicht bij zwart.
Marije Bouman
Friesch Dagblad, woensdag 27 februari 2013

Omzwervingen in E.M. Galerie
De expositie ‘Omzwervingen’ in de E.M. Galerie brengt drie rasschilders bij elkaar op een paar vierkante meter. De combinatie van de verstilde poëzie van Yves Beaumont (1970), met levendige abstracties door Paul Corvers (1953) en de vitale verfhantering van René Korten (1957) werkt wonderwel.

Laatstgenoemde kunstenaar – die zich aanvankelijk richtte op het maken installaties en het ontwikkelen van projecten op locatie – is sinds een aantal jaren terug waar hij ooit begonnen is, en dat is bij de schilderkunst. Vorig jaar was in Tilburg een interessante solo aan zijn werk gewijd, die werd begeleid door de fraaie monografie ‘Drivers Eye’, waarin de werken worden belicht die tussen 1997 en 2012 zijn ontstaan. Uit die periode hangt een kleine selectie nu in Drachten. Het gaat om grote schilderijen met gemengde technieken en kleine werken op papier, die beide opvallen door een geraffineerd vormgevoel en een experimenteel materiaalgebruik. Ze zijn opgebouwd uit transparante lagen van strenge en luchtige streken. Gecontroleerde bewegingen langs mallen of tape worden moeiteloos gecombineerd met overschilderingen uit de losse hand, waardoor het formele en het organische met elkaar worden verenigd, in een spontane dans tussen het concrete en het associatieve. Die tegenstelling is te herleiden tot de polariteit tussen natuur en cultuur, een thema dat zich ook bij de andere exposanten manifesteert. De titel van de tentoonstelling is daar eveneens aan ontleend, want met ‘Omzwervingen’ wordt geduid op het rondtrekken langs de verschillende landschappen, zoals de kunstenaars elk op eigen wijze doen.

In dat kader is de wereld van Yves Beaumont even lyrisch als poëtisch. Hij reduceert landschappelijke elementen tot het ritme van boomstammen in het bos, de weerspiegeling van de wolken in het water of een landschap dat wordt onderstreept door de sterk aanwezige horizon. Door middel van vervaging weet hij een mysterieuze sfeer te creëren, die doet vermoeden dat zijn vormen allemaal aan de nevelen van de nacht worden onttrokken, om daarna te schitteren in de schaduw.

In de bovenzaal zijn de werken van Paul Corvers verenigd in een kleine solopresentatie, die overtuigend aantoont dat de schilder – wiens werk al vaker te zien was in de galerie – zich blijft ontwikkelen. De abstracties die hun oorsprong kennen in een sterk persoonlijke beleving van het landschap, worden steeds verder ontdaan van hun aantoonbare origine en groeien daardoor in zeggingskracht.

Het is duidelijk, deze drie schilders staan met beide benen in de verbeelding. Waar heel veel kunst bij eerste (of nadere) beschouwing door de mand valt vanwege aangeleerde virtuositeit, gebrekkige verbeeldingskracht of geleende melancholie, blijven deze beelden bovenmatig boeien door hun eerlijke – maar nooit onbeholpen – aanwezigheid. Hier gaat het om de tijdloze kwaliteiten van innerlijke landschappen, want schoonheid verjaart niet, ook niet bij ‘Omzwervingen’. Zwerven is namelijk iets anders dan verdwaald zijn.
Susan van den Berg
Leeuwarder Courant, 23 februari 2013

Ongedwongen verkenning
De Drachtster verzamelaars Klaas en Alie Brandsma hebben in de loop der jaren een collectie eigentijdse beeldende kunst opgebouwd, die uit bijna tweehonderd werken bestaat. De E.M. Galerie laat hieruit een selectie zien en brengt daarnaast nog een kleine presentatie met werken voor de verkoop van kunstenaars uit de eigen stal. Paul Corvers, Fons Hoiting, Eliza Kopec en Johan van Aken zijn in beide onderdelen vertegenwoordigd. De eenentwintig werken die beneden hangen, kunnen inhoudelijk natuurlijk nooit een representatieve dwarsdoorsnede zijn van de gehele collectie, maar dit voorproefje smaakt vooral naar meer. Er is een interessante combinatie te zien van Nieuwe Figuratie (Yvan Theys, Etienne Elias, Alphons Freijmuth), lyrisch abstract expressionisme (Wim Izaks), CoBrA-achtige vormentaal (Jan Cobbaert) en hedendaags constructivisme (Henk van Trigt). Het meeste werk is tweedimensionaal, afgezien van een bronzen beeld van Theys en een intrigerende kubus met een glazen binnenkant van Eliza Kopec, waarin geblokte vormen door de spiegeling eindeloos worden herhaald. Het werk heet ‘Big city’ en heeft die bijzondere mengeling van originaliteit en schoonheid, die zo kenmerkend is voor haar werk.

In de bovenzaal hangen meerdere werkjes – al te bezitten voor een paar honderd euro! – die een ongedwongen verkenning zijn van vorm, kleur en materiaal. Kopec schildert op glasplaten, lijst deze omgekeerd in en speelt zo met afstand en diepte. Transparante vellen worden ingezet om coulissewerking na te bootsen. Vorm en restvorm zijn in haar werk even belangrijk, wat een evenwichtige dans oplevert tussen beeldende hoofd- en bijzaken.

In dezelfde ruimte is een hele wand ingericht met fraaie werken van Paul Corvers. De schilderijen zijn een zuivere registratie van landschappelijke elementen die tot hun kern zijn gereduceerd. Een wereld van scheppen, schaven en schrappen. De kunstenaar trekt zichtbare sporen in de verf en betreedt de landschappen even vastberaden als voorzichtig. Niet om te verstoren, alleen om vast te leggen.
S.V.D.B.
Leeuwarder Courant, 1 juli 2011

Interview Studio Critical
What are you working on in your studio right now?

I am currently working on several canvases at the same time: a few small paintings and a number of bigger works. One of these is a 50 centimetres high by 180 centimetres wide horizon which I have been working on for a while already. It is progressing steadily.

Can you describe your working routine?
I do not really have a routine. I hardly ever work at regular times. Only when I arrive in my studio, do I decide what I am going to do. I may continue with canvases that I have already been working on, but sometimes it is better to let a painting rest/mature, give it time, and take some time myself. In that case, I may start with a fresh painting or do preliminary work like preparing or mounting canvases, or making panels.

Can you describe your studio and how, if at all, that affects your work?
I have an average size studio: it covers 50 square metres (10 by 5 metres) and is 4.25 metres high. Two large windows facing north provide me with beautiful filtered light; no sharp sunlight with cast shadows etc. The space is suffused with tranquillity. That is what I need to be able to work, to distance myself from the issues of the day. I have been working here for more than ten years now. Unfortunately, in one and half years time I will have to move out.
My present studio has definitely had a great impact on my work. My previous studio was a garage from which finished work had to be replaced to a storage space as soon as possible to be able to start with new paintings. Fortunately, my present studio offers the opportunity to have my work around me for a longer period of time. This is important because sometimes looking is better than working. You start asking yourself questions like: Did I make the right choices? Am I sure, and why? The proximity of the paintings that preceded the present work helps to create a dialogue. It clarifies the steps I have taken, confirms my decisions, gives incentives or raises questions.
The calmness and space of my studio are the most important pillars of my work. Since the moment I have rented this studio, my work has developed more explicitly in the direction of serenity. The landscape elements that were already present in my work have received an increasingly prominent role.

Tell me about your process, where things begin, how they evolve etc.
I generally start from a concrete idea. This idea is usually connected to things that I am working on or that keep me busy, and is often landscape related. My inspiration is frequently sparked by little pencil sketches — often not much bigger than a matchbox — based on observations that I have made in the countryside. I also make sketches from photos I have taken. Sometimes it is a combination of these things. There are many of such little drawings in my studio. I often flick through them when I want to start working on a new painting. Once I am working, I let myself be influenced by what happens; the next steps usually present themselves automatically. If not, then I just give it some time.

What are you having the most trouble resolving?
That is a difficult question to answer. Of course, difficulties often arise, but in the end there is always a solution.

Do you experiment with different materials a lot or do you prefer to work within certain parameters?
I usually work with paint on canvas or panel. I rarely use paper as a ground. The choice of the paint has a great influence on my work and depending on what I want to make/achieve, I choose acrylic, egg tempera, or oil paint. In the past I used to work primarily — for practical reasons — with acrylic, which is ideal for creating strongly diluted layers. However, the risk is that it turns out too much like plastic. That is the one of the reasons why I started using less acrylic paint. I prefer oils and egg tempera now because of their possibilities and the skin of the paint. Theme and material go together, and my current work asks for these kinds of materials.

What does the future hold for this work?
Nobody knows what the future holds; not for my work and not for myself. I would like to follow the path I am on at the moment and continue my journey, in search for new horizons.

Is there anything else you would like to add?
I really enjoyed taking part in Valerie’s initiative. I hope the readers of this article took pleasure in reading it, and might have learned something from it, maybe to go and see visual arts more often and — most of all — to take their time to appreciate it.

Intuïtieve selectie
De EM Galerie bestaat tien jaar en dat wordt gevierd met twee exposities, waarvan de eerste net is geopend. Uiteraard is dat een groepstentoonstelling geworden met kunstenaars die eerder door de galerie werden gebracht. Van ieder van hen zijn twee (of meer) werken te bezichtigen: één die deel uitmaakte van een eerdere expositie en een recent werk.
Zo wordt niet alleen de ontwikkeling van EM onder de aandacht gebracht, maar is er tevens ruimte om te reflecteren op de veranderingen die het werk heeft ondergaan. Er zijn opvallend veel internationale kunstenaars te zien zoals Mishig Togooch (geboren in Mongolië, sinds 1998 woonachtig in Nederland), Roman Romanyshyn (Oekraïne), Claudia Reimann (Duitsland) en Pools-Nederlandse kunstenaars als Magdalena Jesionek, Krystyna Piotrowska, Aldona Stachowska en Halina Zalewska. Galeriehoudster Elzbieta Middel koos intuïtief voor de huidige selectie en heeft ook geen chronologie aangehouden. Objecten, glas, keramiek en installaties werden bewust niet opgenomen. Alle getoonde werken zijn tweedimensionaal, afgezien van een prachtig houten beeld van Gert Sennema. Het staat boven in de galerie, in een ruimte die verder wordt bevolkt door schilderijen van onder anderen Leo de Jong en Sylwester Lachacz. De onbevangen tekeningen van Rienold Postma – daar ook te zien – worden gekenmerkt door een genadeloze lijnvoering die met een losse tekenhand is neergezet. Intrigerende werken zijn het, alledrie. Waarbij gezegd moet worden dat de echo van Benner bij de twee paardjes (‘Jonge Friese hengst bij merrie’) duidelijk doorklinkt. Een hommage wellicht?

Beneden worden nieuwe schilderijen – en een tegeltje – getoond van Fons Hoiting naast tekeningen van Zoltin Peeter. Op een andere wand is de combinatie van Ina Kooper  intrigerende menselijke abstracties) en Paul Corvers (veelzijdige, gelaagde landschappen) bijzonder fraai. Ondertussen laat Roel Sanders een duidelijke ontwikkeling zien in zijn werk. Op een groot schilderij wordt getoond waar hij bekend mee is geworden, namelijk menselijke figuren zonder gezicht. Gelaatstrekken zijn niet afgebeeld, waardoor de houding bepalend wordt voor het lezen van iemands karakter en/of stemming. In het huidige werk van de kunstenaar heeft het hoofd het lichaam verlaten. Het is als een los element aanwezig in collages en tekeningen. Nog steeds is alleen de vorm getekend en niet letterlijk de inhoud. Maar figuurlijk gezien is het werk (inhoudelijk) sterker dan ooit.
Susan van den Berg
Leeuwarder Courant, 15 oktober 2010

Kunstenaars uit Den Bosch in E.M. Galerie
In de tentoonstelling ‘Uit Den Bosch…’  laten vijf uiteenlopende kunstenaars uit ’s-Hertogenbosch zien wat ze waard zijn. En dat is veel. De meest bekende van het stel is ongetwijfeld Toon Laurense (1958), wiens werk door meerdere musea is aangekocht. Zijn doeken geven blijk van een intrigerend vorm- en verfonderzoek, waarbij strakke vlakken en gul gesmeerde verflagen elkaar geraffineerd afwisselen. Hij werkt met een paletmes of een brede schilderskwast, waarmee hij de verf bijna boetseert. Soms zijn er verwijzingen naar landschappen door dubbele horizonnen of verflagen die samen voortbewegen als rollende golven, maar het geheel blijft altijd suggestief.

Zijn vrouw Maartje Frenken (1961) gaat figuratiever te werk. Ze bouwt haar voorstellingen op met transparante, sterk verdunde verf. De aanzet is bijna vormeloos, de details volgen later. Volgens eigen zeggen houdt ze van ‘de ontroering van het dagelijks leven’, wat onder meer tot uiting komt in goedmoedige schilderijen over huiselijke taferelen van haar kinderen of de hond. Hoewel haar betrokkenheid altijd voelbaar is, neemt Frenken als schilder genoeg afstand om iets interessants neer te zetten. Hoogtepunt is ‘Jongen met beer’, waar in zachte kleuren (roze, geel en wit) de band wordt bezongen tussen een kind en zijn knuffel. Met gevoel, maar zonder sentiment.

Het werk van Paul Corvers (1953) was vorig jaar al eens in de galerie te zien. Zijn ingetogen landschappen worden gekenmerkt door een aandachtige achteloosheid. Ies Schute (1956) werkt op verschillende formaten met gemengde technieken. De voorstellingen zijn verhalend zonder iets uit te leggen. Het enige driedimensionale werk in de tentoonstelling is een opvallende installatie van Jan de Bie. In zijn bouwsel verwerkte hij foto’s, schetsen, beschilderde panelen en bewerkte blokken van zijn eigen houtsneden. Het resultaat is een raadselachtige duiventil van verschillende verdiepingen met geheime openingen, verschillende uitsparingen en een bijzonder binnenwerk dat nog het meest doet denken aan een kruising tussen een kijkdoos en een poppenhuis. Zelden heb ik iemand zo letterlijk een wereld zien bouwen met zijn eigen werk.
Susan van den Berg
Leeuwarder Courant, 29 mei 2009

Minimale verbeeldingen van het landschap
Werk van Paul Corvers, te zien in het Koningskerkje in Vierlingsbeek.
In het Koningskerkje in Vierlingsbeek worden vanaf aanstaande zondag schilderijen geëxposeerd van de Bossche kunstenaar Paul Corvers. Het werk is te zien tot en met 26 oktober.
Corvers is een kunstenaar die op een eigenzinnige wijze landschappen schildert. Al sinds de zestiende eeuw is het landschap een universele bron van inspiratie voor kunstenaars. Het heeft zich sindsdien ontwikkeld tot een autonoom genre binnen de beeldende kunsten.
Er is een flinke dip geweest in de landschapsschilderkunst door de opkomst van de abstracte schilderkunst in de twintigste eeuw. Ook in daarna volgende kunststromingen was er maar een bescheiden plaats voor het landschap. Maar het is nooit helemaal weggeweest.
Corvers volgt, in een periode waarin de eigentijdse beeldende kunst alle denkbare richtingen op kan gaan, wars van al deze ontwikkelingen zijn eigen weg. En dat heeft hem bij de landschappen gebracht.
Voor Corvers ontstaat de kiem van het landschapsschilderij tijdens zijn wandelingen door de natuur. De opgedane indrukken worden mee naar huis genomen en dan begint de zoektocht waarlangs hij ten slotte uitkomt bij de schilderijen die hij maakt. In zijn tocht draait het om de vraag hoe hij tot die ene, kernachtige verbeelding van zijn indrukken uit de natuur kan komen. Deze weg brengt hem tot het schilderen van doeken waarin de landschappen worden teruggebracht tot minimale verbeeldingen van akkers, weilanden, bomen, wolken, wateroppervlaktes. Zo komt het dat het abstracte, soms het figuratieve de boventoon voert in zijn schilderijen. De tentoonstelling in het kerkje wordt zondagmiddag om drie uur geopend. Bij de opening wordt een muziekstuk ten gehore gebracht dat gecomponeerd is door Aike Jeucken.
De Gelderlander, donderdag 25 september 2008

De verbeelding van het wezenlijke
Paul Corvers schildert landschappen. Dat is op zichzelf beschouwd niet zo bijzonder. Al sinds de zestiende eeuw worden er landschappen geschilderd. Wat het bijzonder maakt is de manier waarop hij dat doet.

Bij Paul Corvers wordt de kiem voor zijn schilderijen gelegd tijdens wandelingen in de natuur, in binnen- en buitenland. Indrukken uit de natuur zijn altijd rijk aan een grote diversiteit van schakeringen. Kleur, geur, geluid, licht, vorm zijn allemaal elementen die bepalend zijn voor de indruk die je ondergaat. Dit veelomvattende van de natuur, en ook van het landschap in de natuur, staat in sterk contrast met de schilderijen van Paul Corvers. Hij gaat op een sobere manier met vorm en kleur om. Er staat niet veel op zijn schilderijen. En wat er op staat is niet zoals het in werkelijkheid geweest moet zijn.

De schilderijen van Paul Corvers zijn het resultaat van, zoals hij het zelf zegt, een zoektocht naar de essentie van zijn beleving. Hij zoekt naar de betekenis van wat voor hem de kern is uit de overvloed van indrukken die de natuur hem biedt.
De landschappen van Paul Corvers zijn heel direct. Op een heldere manier confronteert hij de toeschouwer met een fragment uit de natuur. Hij hanteert een minimale, maar krachtige vormentaal waarmee de kern van zijn beleving als het ware uitvergroot op het doek wordt verbeeld. De ene keer zijn dat ijle boomstammen, de andere keer is het een waterspiegeling, een wolkenpartij of nevelslierten in een bos.
Of het schilderij nu groot of klein van formaat is, hij doet er alles aan om de aandacht uitsluitend en alleen te vestigen op datgene wat hij tot de kern van zijn indruk heeft verklaard. Misschien zijn z’n werken daarom ook vrijwel overwegend zonder titel. Slechts bij uitzondering krijgen zijn schilderijen een titel die dan ook niets te raden overlaat: “Waterkant” of “Boom”. En zo gaat alles in de richting van dat ene, waar volgens de schilder het wezenlijke ligt.

In zijn schilderijen balanceert Paul Corvers tussen figuratief en abstract.
De manier waarop hij werkt, steeds zoekend naar de kern van zijn beleving, lijkt hem als vanzelf tot een meer abstracte verbeelding te brengen. Toch wil hij de binding met het figuratieve niet loslaten. De oorspronkelijkheid van het realistische beeld uit de natuur geeft hem de impuls om te visualiseren. De verbondenheid met de realiteit versterkt bij hem het verlangen om de essentie van zijn natuurbeleving op het doek te verwezenlijken. Het ondersteunt hem ook in zijn streven om de grenzen van zijn verbeeldend kunnen af te tasten, te verleggen.

De schilderijen van Paul Corvers zijn stil. Zwijgend vertellen zij hun verhaal in een heldere, directe beeldtaal.
Luister naar het stille relaas van de werken van Paul Corvers in de sacrale ingetogenheid van het Koningskerkje…
Openingstekst expositie Koningskerkje Vierlingsbeek door Wil Friesen 28 september 2008

Leeuwarder Courant
DRACHTEN – De nieuwe wereld van open grenzen, onderlinge kruisbestuiving tussen volkeren en culturen, van globalisering dus, is te herkennen in het werk dat de jonge Mongoolse kunstenaar Mishig Togooch dit voorjaar exposeert bij E. M. Galerie in Drachten.
Hij en de Brabantse schilder Paul Corvers zijn de eerste exposanten na de verhuizing van de galerie van Kollum naar Drachten.

Boven hangen de sobere en krachtige, maar toch gevoelige schilderijen van Paul Corvers. Landschappen met grote aandacht voor details, die bij hem de hoofdrol mogen spelen. Zo worden takken, wolkenflarden, stukken boomstam, vlaktes en waterspiegelingen intrigerende contrasten en ritmes in acryl, eitempera en caseïneverf op doek, paneel en board. Geen werk heeft een titel. Die zouden ook afbreuk doen aan de vrijheid van degenen die met Corvers ‘meekijken’. Hier moet je juist iets terugvinden van de onbenoembare beleving van natuurlijke omgevingen, bijvoorbeeld als je probeert tegen de zon in te kijken of als je je opeens realiseert dat je volkomen stilte hoort.

door Andre Heikes, mei 2008